Behandeling maagkanker

Het behandeltraject van maagkanker is over het algemeen vrij zwaar en ingrijpend. De behandeling is afhankelijk van het stadium van de tumor, de conditie en eventuele wensen van de patiënt.

Endoscopische behandeling

Indien de tumor nog een voorstadium van maagkanker is of bij een nog zeer beperkte tumor, kan de tumor soms lokaal verwijderd worden via een kijkonderzoek (endoscopie). Dit wordt ook wel endoscopische mucosale resectie (EMR of ESD) genoemd. Het voordeel van een endoscopische behandeling is dat er geen operatie nodig is. Daardoor is de behandeling minder ingrijpend en is de invloed op het dagelijks leven kleiner. De verwijderde tumor wordt onder de microscoop onderzocht en enkele weken na de behandeling bespreekt de arts de uitkomsten van dit onderzoek met de patiënt. Ook wordt dan besproken hoe de verdere behandeling en/of controle zal verlopen. De maag-darm-leverarts regelt ook een afspraak voor een controle-endoscopie. Echter bij de overgrote meerderheid van patiënten is de tumor al verder gegroeid, waardoor deze endoscopische behandeling niet meer mogelijk is.

Chemotherapie gevolgd door een operatie

De behandeling van maagkanker bestaat uit chemotherapie gevolgd door een operatie waarbij (een gedeelte van) de maag samen met de omliggende lymfeklieren wordt verwijderd en als dit nodig is een gedeelte van de dunne darm kan worden gebruikt om het spijsverteringskanaal te herstellen. Na de operatie volgt in principe opnieuw chemotherapie. De chemotherapie voorafgaand aan de operatie duurt in totaal acht weken en heeft als doel om de tumor te verkleinen en eventuele uitzaaiingen in een vroeg stadium te vernietigen. De chemotherapie bestaat uit vier kuren die de patiënt één keer per twee weken krijgt toegediend via een infuus of PICC-lijn (centraal infuus in de bovenarm). De chemotherapie kan worden toegediend op de dagbehandeling of tijdens een korte ziekenhuisopname. Voorafgaand aan elke chemokuur wordt er bloed geprikt om te controleren of de chemokuur toegediend kan worden. De mogelijke bijwerkingen van de chemotherapie worden voorafgaand aan de behandeling met de patiënt besproken door de oncoloog of verpleegkundig specialist. Na de operatie volgen er in principe nog 4 kuren (dus 8 weken) chemotherapie met dezelfde middelen.

Totale verwijdering van de maag

Gehele maagverwijdering voor Voor
Gehele maagverwijdering na Na

Gedeeltelijke verwijdering van de maag

Gedeeltelijke maagverwijdering voor Voor
Gedeeltelijke maagverwijdering na Na

De operatie vindt circa vier tot acht weken na de laatste chemokuur plaats. In de periode tot aan de operatie kunt u herstellen van de chemotherapie. Voorafgaand aan de operatie wordt er een FDG-PET/CT-scan gemaakt om te controleren of er geen uitzaaiingen zijn opgetreden. Als er geen uitzaaiingen zijn gezien op de FDG-PET/CT-scan, kan de operatie worden uitgevoerd. De mogelijke complicaties van de operatie worden voorafgaand aan de operatie met de patiënt besproken door de slokdarmchirurg.

Bij de operatie wordt (een gedeelte van) de maag samen met de omliggende lymfeklieren verwijderd. Als een gedeelte van de maag wordt verwijderd, blijft het bovenste deel van de maag aanwezig. Wanneer de maag in zijn geheel wordt verwijderd, zal het eerste gedeelte van de dunne darm worden gebruikt om het spijsverteringkanaal te herstellen.

Hoewel het doel van de operatie is om patiënten te genezen van kanker, kan de kanker toch terugkomen en dan is genezing vaak niet meer mogelijk. Helaas heeft de operatie dan niet bijgedragen aan de kans om te genezen van maagkanker.

Er bestaan verschillende typen operaties voor maagkanker. Het type operatie dat wordt gekozen is afhankelijk van waar de tumor zich in de maag bevindt en de conditie van de patiënt. Wanneer de tumor operatief is verwijderd, wordt daarna het spijsverteringkanaal hersteld door het eerste gedeelte van de dunne darm te verbinden met het overgebleven stuk maag (bij gedeeltelijke verwijdering van de maag) of de slokdarm (bij een totale verwijdering van de maag). De alvleeskliersappen en de gal zijn essentieel voor de vertering van voedsel en deze worden in de twaalfvingerige darm opgevangen. Dit gedeelte van de darm wordt op ongeveer 60cm na de verbinding tussen de maag en dunne darm aangesloten. Er zijn dan in totaal twee nieuwe verbindingen gemaakt, namelijk tussen (1) de slokdarm/het overgebleven stuk maag en de dunne darm en tussen (2) de dunne darm en het stuk dunne darm waar de alvleeskliersappen en de gal vandaan komen. Het aanleggen van deze nieuwe verbindingen (anastomose) wordt gedaan met een speciaal nietapparaat of met de hand.

Vaak is het mogelijk om (een gedeelte van) de operatie minimaal invasief uit te voeren, via kleine sneetjes (kijkoperatie). De wonden zijn dan kleiner, omdat de operatie uitgevoerd wordt met een verlengd instrument en een camera. In sommige gevallen is een klassieke operatie via een grote snee in de buik beste keuze. De operatie in het lichaam is hetzelfde, alleen de toegang is anders.

Het weefsel van de verwijderde maag wordt na de operatie onder de microscoop bekeken door de patholoog. Op die manier kan het effect van de chemotherapie en bestraling worden beoordeeld. De uitslag van het weefselonderzoek wordt vaak poliklinisch met de patiënt besproken.

In sommige gevallen blijkt tijdens de operatie dat de maag niet verwijderd kan worden, omdat de tumor in andere organen is gegroeid of omdat er uitzaaiingen op het buikvlies worden gevonden. De chirurg zal na deze operatie met de patiënt bespreken welke behandeling nog wel mogelijk is.

Palliatieve behandeling

Als er op basis van het stadium van de tumor blijkt dat genezing van maagkanker niet meer mogelijk is, kan er symptoomgerichte behandeling (palliatieve behandeling) plaatsvinden. Het voornaamste doel van palliatieve behandeling is het bestrijden van (pijn)klachten van de maagkanker en/of het geven van levensverlenging. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie, doelgerichte therapie, immunotherapie en/of bestraling. Ook kan de maag-darm-leverarts via een kijkonderzoek (gastroscopie) een flexibel buisje in de ingang of uitgang van de maag plaatsen (stent), waardoor de doorgang van voedsel wordt vergemakkelijkt. Bij ernstige obstructieklachten die niet met een stent verholpen kunnen worden, wordt soms via een operatie (een gedeelte van) de maag verwijderd of een omleiding gemaakt om de doorgang van voedsel te verbeteren.

Meer informatie

Voor meer informatie over maagkanker kunt u terecht op onderstaande websites.